Wat gaat de gemeente daarvoor doen?

Met de decentralisaties Wmo, Jeugd en Participatie is de noodzaak toegenomen om meer integraal vanuit de leefwereld van mensen te kijken naar oplossingen.

De Sociaal Teams Volwassenen en Sociaal Teams Jeugd gaan per 1 januari 2018 op in Sociaal Teams 0 - 100+. De Sociaal Teams zijn operationeel in Oost, West en Noord Gouda en werken per gebied zoveel mogelijk vanuit één locatie. In Oost is dat het Nelson Mandela Centrum en in West De Walvis. In Noord wordt het buurtservicecentrum inclusief de huisvesting van het Sociaal Team gerealiseerd in de voormalige bibliotheek Lekkenburg 1. Door de centrale ligging naast het winkelcentrum Bloemendaal is het nieuwe buurtservicecentrum voor iedereen goed bereikbaar en toegankelijk.

Er is een actieve samenwerking met de wijkverpleegkundigen en de jeugdgezondheidszorg zodat het sociale en het gezondheidsdomein met elkaar verbonden zijn. De specifieke rol van de sociaal makelaar in de Sociaal Teams, de verbinding tussen individuele hulpvragen en het collectieve aanbod in de algemeen toegankelijke voorzieningen, is ingevuld. Ook de verbinding tussen de Sociaal Teams en Werk en Inkomen is gemaakt, zodat beter ingezet kan worden op preventie van schulden en armoede. De onafhankelijke cliëntenondersteuning is geborgd in de Sociaal Teams.

Na contact met het Sociaal Team of een melding bij het Goudse Wmo loket, brengt de gemeente samen met de betrokken inwoner de behoefte aan ondersteuning in beeld. Dit kan een ondersteuningsbehoefte zijn op het gebied van het voeren van een huishouding, problematiek op het gebied van opvoeden, wonen en/of vervoer. Daarna wordt samen gezocht naar een oplossing. Indien nodig geeft de gemeente een beschikking voor een Wmo-voorziening of jeugdhulp af.

Om te voorkomen dat mensen verdwalen in een woud van regels wordt gewerkt aan een integrale toegang tot het Sociaal Domein. Het doel hiervan is dat inwoners de ondersteuning krijgen die past bij hun soms complexe problemen op diverse levensterreinen (op maat). Daarnaast wordt gestreefd naar snel toegankelijke en efficiënte dienstverlening.

Onder integrale toegang wordt verstaan:

  1. Integrale juridische toegang. Beoogde inwerkingtreding van de integrale verordening Wmo/Jeugd is 1 januari 2018. De stip op de horizon is één breed juridisch kader voor het Sociaal Domein inclusief Participatie.
  2. Sociaal Teams 0 - 100+. Na vaststelling van de basishulp die Sociaal Teams 0 - 100+ bieden, worden nu de financiële uitgangspunten besproken. Vervolgens wordt de subsidie verleend zodat de Sociaal Teams 0 - 100+ op 1 januari 2018 van start kunnen.
  3. Met één website voor het Sociaal Domein komt er digitale dienstverlening die 24/7 beschikbaar is voor inwoners.
  4. Het opzetten van een proeftuin voor integrale toegang maatwerk Sociaal Domein, zodat ook bij de toegang van de gemeente integraal en levensbreed naar een huishouden gekeken wordt Het gaat hierbij om de toegang tot jeugdhulp, Wmo, Werk en Participatie en Inkomen.

Gouda is centrumgemeente voor maatschappelijke zorg en vrouwenopvang. Dit betekent dat de gemeente Gouda voor de regio Midden-Holland middelen ontvangt voor Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen en verantwoordelijk is voor de besteding daarvan.

In het regionaal kader Maatschappelijke zorg 2017-2020 hebben gemeenten, zorginstellingen, cliëntenvertegenwoordigers en woningcorporaties afgesproken om te zorgen voor een sluitende en integrale aanpak voor alle inwoners in een kwetsbare positie in de regio. Daarbij is het uitgangspunt: zoveel mogelijk lokaal, maar regionaal waar nodig.

Op landelijk niveau zijn afspraken gemaakt om vanaf 2020 de middelen voor Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang via een objectief verdeelmodel te verdelen over alle gemeenten. De planning is dat de huidige verdeling via de huidige centrumgemeenten tot 2020 blijft en daarna wijzigt. Aangekondigd is dat de wijzigingen verwerkt worden in de meicirculaire van 2018.

Sommige kwetsbare inwoners hebben (intensieve) ondersteuning nodig bij het zelfstandig wonen. Deze kwetsbaarheid komt bijvoorbeeld voort uit het ouder worden dat beperkingen met zich meebrengt, maar hangt ook samen met psychiatrische, verstandelijke, lichamelijke, zintuiglijke en/of maatschappelijke functiebeperking. Deze inwoners willen of kunnen geen gebruik meer maken van een verblijfsvoorziening zoals een verzorgingshuis of een instelling voor beschermd wonen en blijven in plaats daarvan langer zelfstandig ‘thuis’ wonen.

De beweging ‘Langer thuis wonen’ waarin iedereen geacht wordt zijn eigen thuissituatie te regelen, is een brede landelijke beweging en overstijgt het Sociaal Domein. Het gaat om wonen, zorg, welzijn en leefomgeving. De gemeente is regisseur in een veld met tal van organisaties. Hierdoor is er een aanbod dat de groeiende groep kwetsbare inwoners ondersteuning biedt waardoor zij langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Daarnaast is er behoefte aan voldoende geschikte/passende woonruimte en huiseigenaren die tijdig maatregelen nemen om hun eigen woning (meer) toegankelijk te maken. Ook om de uitstroom uit voorzieningen als de Opvang en het Beschermd wonen te kunnen versnellen.

Langer thuis wonen is alleen mogelijk als (ondanks de afnemende overheidsmiddelen) de beschikbaarheid van hulp aan huis goed geregeld is. Dat betekent dat ook aan huis intensieve hulp nodig kan zijn. Deze moet hulp flexibel op- en afgeschaald kunnen worden. Daarnaast wordt ingezet op meer samenhang tussen de verschillende vormen van ambulante hulp (Wmo, Jeugdwet, WvW en Wlz).

Ook de woonomgeving moet ingericht zijn naar de behoefte van deze kwetsbare mensen. Daarbij gaat het niet alleen om toegankelijkheid van de omgeving. Er moet een divers aanbod van zorg- en welzijnsdiensten zijn dat hen ondersteunt in hun zelfstandigheid en participatie, zowel aan huis als in de wijk.

Het afschalen van intramurale zorg naar ambulante zorg betekent automatisch dat de thuissituatie meer belast wordt. Mantelzorgers en vrijwilligers spelen daarom een cruciale rol in het mogelijk maken van langer thuis wonen. Het is dan ook belangrijk dat zij zich erkend en gewaardeerd voelen.

Daarom moeten zij bekend zijn met mogelijkheden voor ondersteuning en waar nodig gebruikmaken van het beschikbare aanbod ondersteuningsmogelijkheden. Er zijn allerlei ondersteuningsmogelijkheden waaronder vervangende mantelzorg (respijtzorg) en de mantelzorgpas (die in 2018 wordt vervangen door de stadspas). Een goede samenwerking tussen de formele en informele zorg is daarbij van groot belang. Het vrijwilligersbeleid wordt gecontinueerd. Organisaties met een aanbod dat kwetsbare burgers stimuleert en ondersteunt om mee te blijven doen, kunnen een beroep doen op de subsidieregeling Participatie in de buurt.

De behoefte aan ondersteuning is zeer divers. De gemeente werkt hierbij samen met veel lokale en regionale partners, treedt op als financier en levert maatwerkvoorzieningen. Uitgangspunt voor de nabije toekomst is dat de beweging ‘de trap af’ wordt gemaakt: van intensieve, kostbare specialistische zorg, hulp en ondersteuning naar het versterken van de eigen kracht van inwoners. Ook het aanbieden van minder intensieve, langdurige zorg, hulp en ondersteuning binnen een traptrede draagt bij aan de gewenste en noodzakelijke transformatie.

De integrale benadering om te zorgen dat iedereen mee kan doen staat hoog op de agenda. Met betrokkenen en hun netwerk wordt samen gekeken naar wat hiervoor nodig is. Deze benadering vanuit “wat nodig is” betekent ook dat budgetten worden ingezet waar nodig. De budgetten Wmo en Jeugd worden daarom verbonden (ontschotten).

Het budget voor de Jeugdhulp vanuit het Rijk is onvoldoende en loopt terug. Op het budget voor de Wmo wordt een overschot verwacht. Het verwachte overschot op de Wmo is lager dan in de afgelopen jaren. Doordat mensen langer thuis blijven wonen en daar begeleiding krijgen, neemt de inzet voor intramurale plaatsen af en de behoefte aan begeleiding toe. Voorgesteld wordt dit overschot in te zetten voor het tekort bij jeugd. Het resterende tekort kan, als ingezette maatregelen als ‘de trap af beweging’ en ‘integrale toegang’ waarmee kostenbeheersing bereikt kan worden onvoldoende effect hebben, in 2018, 2019 en deels 2020 gedekt worden uit de reserve Sociaal Domein. Voor de jaren daarna komt het nadeel ten laste van het perspectief.

De gemeente investeert in lokaal preventief gezondheidsbeleid zoals bedoeld in de Wet publieke gezondheid. Deze wet geeft gemeenten de taak preventief beleid op volksgezondheid te voeren. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de collectieve preventietaken en zorgt voor continuïteit, samenhang en afstemming binnen de collectieve preventie en curatieve zorg. Aan de hand van de Regionale handreiking gezondheidsbeleid Hollands Midden zal het Goudse gezondheidsbeleid verder uitgewerkt worden.

De subsidieregeling Gezond in Gouda biedt organisaties de mogelijkheid subsidie aan te vragen voor projecten op het gebied van preventieve gezondheid. Per gebied wordt bekeken welke gezondheidsvraagstukken er zijn zodat de subsidie specifiek daarop kan worden ingezet.

In het kader van het VN-verdrag inzake rechten van mensen met een beperking wordt verder gewerkt aan toegankelijkheid. Dit gebeurt door bij de ontwikkeling en uitwerking van alle mogelijke beleidsonderwerpen die voor mensen met een beperking van belang zijn aandacht te besteden aan mogelijke verbetering van hun positie. Om dit expliciet te maken is het format van de college- en raadsvoorstellen hierop aangepast.

De Goudse Adviesraad Sociaal Domein (GASD) en de Goudse Cliëntenraad (GCR) functioneren en geven onder leiding van een en dezelfde voorzitter gevraagd en ongevraagd adviezen over gemeentelijk beleid en uitvoeringszaken. Hieronder vallen ook beleidsonderwerpen en projecten uit het ruimtelijk domein die relevant zijn voor mensen met een beperking.