Investeringen hebben als kenmerk dat zij duurzaam zijn. Een investering gaat meerdere jaren mee. Op het moment dat een investering plaatsvindt (aanschaf c.q. bouw van een object) worden de uitgaven gedaan. Deze uitgaven leiden echter niet direct tot lasten in de exploitatiebegroting. Toerekening van de kapitaallasten (afschrijving en rentekosten) vindt voor de eerste keer plaats in het jaar nadat een investering is opgeleverd. Het aantal jaren dat de kapitaallasten worden toegerekend is afhankelijk van het soort investering.
Met het vaststellen van deze programmabegroting autoriseert de raad de investeringen uit de jaarschijf 2018. Zie hiervoor de bijlage Concerninvesteringsplan 2017-2021.
De investeringen, die nu in het CIP zijn opgenomen, leiden bij gehele realisatie tot de volgende kapitaallasten:
Bedragen * € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
Staat van Activa | 25.653 | 24.713 | 23.586 | 22.495 |
Investeringen met jaar gereed 2017 | 2.496 | 2.446 | 2.396 | 2.346 |
Investeringen met jaar gereed 2018 | 0 | 2.763 | 2.708 | 2.654 |
Investeringen met jaar gereed 2019 | 0 | 0 | 2.658 | 2.605 |
Investeringen met jaar gereed 2020 | 0 | 0 | 0 | 1.048 |
Totaal | 28.149 | 29.922 | 31.348 | 31.147 |
Op de bovenste regel staan de kapitaallasten van de huidige staat van activa, dus de investeringen die in het verleden gedaan zijn. Daaronder staan de kapitaallasten die voortvloeien uit de jaarschijven (jaar gereed) 2017 tot en met 2020.