Wat gaat de gemeente daarvoor doen?

Jeugd

Aanvullend op hetgeen in programma 2 Zorg (Wmo) staat, kan op deze plek voor Jeugd het volgende meer specifiek genoemd worden.

In samenwerking met lokale jeugdpartners investeert de gemeente in gerichte preventieprogramma’s, voorlichting, toegankelijke informatie en advies, civil society en netwerken die preventie en (vroeg-)signalering effectief kunnen maken. Hier zijn veel actieve vrijwilligers bij betrokken. De focus is gericht op (collectieve) preventie en vroegsignalering.

Gouda zorgt daarnaast voor een vangnet voor meer kwetsbaren door het vormgeven en het in stand houden en/of realiseren van een toereikend basisaanbod ondersteuning voor kinderen, jongeren, ouders en volwassenen. Dit gebeurt in de Sociaal Teams.

Omdat er in Gouda ook jonge kinderen opgroeien in (de buurt van) criminele gezins- of familieverbanden is het van belang om alert te zijn op de eerste risicosignalen en dan klaar te staan met een adequaat hulpaanbod. Het Preventief Interventie Team (PIT) voorziet hierin. Op verzoek van het college en de gemeenteraad is er gewerkt aan een verkenning naar de invoering van deze brede preventieve maatregel.

In 2018 wordt gestart met een tweejarige pilot voor het PIT. Het PIT biedt kinderen die een verhoogd risico lopen op problemen in de sociale ontwikkeling, snel en vroegtijdig hulp. Het doel is het risico op het ontwikkelen van ernstige gedragsproblemen te verkleinen, te zorgen dat kinderen hun schoolloopbaan succesvol doorlopen en dat de juiste hulp wordt ingezet op basis van goede informatie en analyse. De preventieve en wetenschappelijk onderbouwde aanpak (maatwerk) van kinderen met gedragsproblemen is nodig om het doorgroeien richting criminaliteit op termijn te voorkomen. Op basis van de ervaringen in de pilot en de behaalde resultaten, wordt een voorstel gedaan voor het vervolg.

In de regiovisie Huiselijk geweld Hollands Midden zijn de gezamenlijke beleidsuitgangspunten van de 19 gemeenten verwoord voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. In 2018 wordt gewerkt aan actualisatie daarvan.

De visie kent twee pijlers:

  1. een doorbreking van het taboe op huiselijk geweld en kindermishandeling, waardoor geweld eerder herkend en erkend wordt;
  2. een efficiënte en effectieve uitvoering die er voor zorgt dat het geweld snel en langdurig stopt.

De uitvoering van de wettelijke taken van de gemeente op het gebied van huiselijk geweld ligt bij Veilig Thuis Hollands Midden, ondergebracht bij de RDOG Hollands Midden.

Er is sprake van een voortdurende groei van het aantal meldingen, waaronder een sterke toename vanuit de politie. Tevens is het de verwachting dat de nieuwe landelijke ontwikkelingen tot een aanzienlijke taakverzwaring bij Veilig Thuis gaan leiden. Voorts kwam uit het inspectierapport ’Veilig Thuis Hollands Midden stap 2’ naar voren van dat de Veilig Thuis-organisatie niet aan alle criteria (21 van de 30) voldoet.

Met name het (nog steeds) bestaan van een wachtlijst voor onderzoek woog zwaar mee in het oordeel. Door de RDOG is een verbeterplan opgesteld. Met de noodzakelijke uitvoering is gestart. Kern van het verbeterplan is een probleemanalyse met oplossingsrichtingen en acties/interventies op een aantal aandachtsgebieden. Sinds 2015 is de toeleiding van kinderen/jongeren naar de Raad voor de Kinderbescherming geregeld door middel van de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland. In 2016 is een evaluatie uitgevoerd onder professionals en onder cliënten. De beoordeling was over het algemeen positief. In 2018 en de jaren daarna wordt de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland gecontinueerd met inachtneming van de verbeterpunten zoals opgenomen in het plan van aanpak 2017.

De gemeente stuurt aan op een logische en soepele aansluiting van het vrijwillige en gedwongen kader onder andere door het stimuleren van samenwerking tussen gecertificeerde instellingen en Sociaal Teams.

Onderwijs

Het lokaal onderwijsachterstandenbeleid (OAB) wordt in samenwerking met de schoolbesturen en de kinderopvang-organisaties uitgevoerd in de vorm van voorschoolse educatie, schakelklassen in het primair onderwijs en overige activiteiten. Vanaf 2019 worden de rijksmiddelen OAB verdeeld op basis van een nieuwe indicator. Dit kan betekenen dat Gouda een lagere rijksuitkering OAB ontvangt vanaf 2019. De besteding van de rijksmiddelen moet dan herijkt worden.

Gouda werkt met de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs aan de uitvoering van de ontwikkelagenda om de zorgstructuur op de scholen aan te laten sluiten op de jeugdhulp. Dit gebeurt onder andere door in het Sociaal Team schakelfunctionarissen te benoemen per school. Daarnaast is vanaf 2018 op elke school voor primair onderwijs een sociaal werker van het Sociaal Team gehuisvest voor enkele uren per week. Voor het voortgezet onderwijs is jeugdhulp op school beschikbaar middels het regionale project Jeugdhulp op School. Deze zorg is laagdrempelig en wordt zonder beschikking geleverd.

Gouda investeert in de verbetering van de aansluiting van het voortgezet (speciaal) onderwijs op de toeleiding naar werk of arbeidsmatige dagbesteding.

De strakke aanpak van schoolverzuim wordt gehandhaafd. Het streven is dat het aantal Goudse voortijdig schoolverlaters de komende jaren nog verder wordt teruggedrongen conform de landelijke indicatoren.

Op 1 januari 2018 treden de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in werking. Met de laatste wet wordt de financiële toegankelijkheid van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang voor werkende ouders gelijkgeschakeld. Doel is dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan. Werkende ouders krijgen recht op kinderopvangtoeslag voor de opvang in een (voormalige) peuterspeelzaal. Ook de kwaliteit van peuteropvang (voormalig peuterspeelzaalwerk) en kinderopvang wordt gelijkgeschakeld. Het aanbod voor kinderen van niet-werkende ouders, alleenverdieners en kinderen met een risico op een taalachterstand blijft gefinancierd via gemeenten. Gemeenten zijn en blijven ook verantwoordelijk voor de uitvoering van het VVE-beleid en behouden de mogelijkheid om te sturen via het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en de subsidieverlening.

Onderwijshuisvesting

De gemeente heeft de wettelijke taak scholen van adequate huisvesting te voorzien. De manier waarop de gemeente deze taak invult, is vastgelegd in het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs.

Een deel van de schoolgebouwen is aan het eind van hun levensduur en voldoet zowel functioneel als technisch niet meer aan de eisen van deze tijd. Onder begeleiding van Hevo wordt tezamen met de schoolbesturen gewerkt aan een integraal huisvestingsplan (IHP) voor de komende vijftien jaar. Op basis van gezamenlijke uitgangspunten en een quick scan van alle gebouwen worden in het najaar van 2017 verschillende scenario’s voor herschikking, nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen uitgewerkt.

In 2016 is een definitieve keuze gemaakt voor de huisvesting van de (V)so De Ark samen met het kinderdagcentrum Bloemendaal van Gemiva in de locatie Clematislaan 2. De berekende renovatiekosten zijn, ondanks meerdere doorgevoerde bezuinigingen in het ontwerp, hoger dan het beschikbaar gestelde budget. Een ophoging van het budget is noodzakelijk om dit project te kunnen realiseren.

In het laatste kwartaal van 2017 zal naar verwachting een definitief besluit worden genomen over de verkoop van het Weeshuiscomplex. In de plannen die nu voorgelegd zijn, blijft er geen ruimte beschikbaar in het voormalige streekarchief gebouw voor de Casimirschool. Dit betekent dat de Casimirschool met een deel van zijn leerlingen naar elders moet verhuizen. Het schoolgebouw aan de Herpstraat 1 komt daarvoor in aanmerking. De definitieve huisvestingsoplossing voor de Casimirschool is onderdeel van het in voorbereiding zijnde Integraal huisvestingsplan Onderwijs 2017 dat eind dit jaar ter besluitvorming gereed zal zijn.

Voor diverse wettelijke taken is een investeringskrediet opgenomen in het Programma 2018 bijvoorbeeld voor nieuwe leermiddelen bij het starten van een nieuwe groep in het basisonderwijs en enkele bouwkundige aanpassingen aan verschillende schoolgebouwen.

Sport

Gouda streeft naar een sportieve en gezonde samenleving. De gemeente, Sport.Gouda en de sportclubs werken samen om hieraan uitvoering te geven, met als speerpunten:

  • sport en bewegen in het Sociaal Domein;
  • toekomstbestendig voorzieningenaanbod;
  • vitale sportverenigingen;
  • een verdere verzakelijking rolverdeling gemeente en Sport.Gouda.

In juli 2017 is de nota ’Sport in Gouda 2020' door de gemeenteraad vastgesteld. De dienstverleningsovereenkomst met Sport.Gouda loopt per 1 januari 2018 af. Eind 2017 wordt een besluit genomen over de verlenging van deze concessie.

Op de locatie van het voormalige zwembad De Tobbe wordt een sporthal voor 10 jaar gebouwd. Deze hal kan overdag gebruikt worden voor het onderwijs en in de avonden en het weekend door sportverenigingen. Het gaat hierbij om een eenvoudige hal zonder tribune en met een zeer beperkte horeca. In de plannen voor de wijk Westergouwe is ook in een sporthal voorzien. Deze staat gepland in de 3e fase van Westergouwe. De sporthal voor 10 jaar op de Tobbelocatie kan voorzien in de behoefte totdat een definitieve sporthal in Westergouwe in beeld komt. Deze tijd kan ook gebruikt worden om de behoefte aan een permanente hal in Westergouwe verder te verkennen.

Omschrijving indicator

Streefwaarde (indien van toepassing)

Evt. (toelichting op) actuele cijfers

Aantal voor- en vroegschoolse educatie (VVE) geïndiceerde kinderen dat geplaatst is op VVE-plaats

Minimaal 95%

Aantal voortijdig schoolverlaters

Normen VO (2015):

  • Onderbouw: max. 1%
  • Bovenbouw Vmbo: max. 4%
  • Havo/Vwo: max. 0,5%

Normen Mbo:

  • Onderbouw: max. 22,5%
  • Mbo2: max. 10%
  • Mbo3 en 4: max. 2,75%

 

Aantal inwoners dat minstens 30 minuten per dag beweegt

Hoger dan landelijk gemiddelde

Aantal kinderen dat 5 dagen per week 60 minuten per dag beweegt

Landelijk gemiddelde