Wat gaat het opleveren?

Overzicht exploitatie

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Rekening 2016

Begroting 2017 na wijziging

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Lasten

PG Algemene baten en lasten

2.400

78

689

2.290

3.771

5.657

PG Dividenden en gemeentegaranties

52

62

62

62

62

62

PG Lokale heffingen

970

989

1.071

1.071

1.071

1.071

PG Organisatie-ontwikkeling

0

376

209

209

209

209

PG Saldo financieringsfunctie

1.117

-1.338

-2.622

-2.830

-3.176

-3.005

Sub-totaal lasten

4.539

167

-591

803

1.937

3.994

Baten

PG Algemene baten en lasten

-3

0

0

0

0

0

PG Algemene uitkering

-143.456

-143.919

-145.659

-147.159

-145.949

-147.808

PG Dividenden en gemeentegaranties

-110

-181

-135

-134

-133

-132

PG Lokale heffingen

-18.240

-18.323

-16.814

-17.138

-17.413

-17.720

PG Saldo financieringsfunctie

-5.904

-819

-394

-241

-230

-264

Sub-totaal baten

-167.712

-163.242

-163.003

-164.673

-163.725

-165.924

Saldo van baten en lasten

-163.173

-163.075

-163.594

-163.870

-161.787

-161.930

Dotaties aan reserves (lasten)

870

292

750

750

500

500

Onttrekkingen aan reserves (baten)

-1.996

-1.333

-146

0

0

0

Resultaat

-164.299

-164.116

-162.990

-163.120

-161.287

-161.430

N.B. Sinds de begroting 2017 is het verplicht om de overheadkosten apart inzichtelijk te maken. De lasten en baten van de overhead verschuiven daarmee van de Programma's (hoofdstuk 3.1 tot en met 3.8) naar het overzicht Overhead (hoofdstuk 3.9). Deze verschuivingen zijn daarmee een van de oorzaken van de verschillen tussen de bedragen in de kolommen Rekening 2016 en Begroting 2017 na wijziging.

Toelichting op de exploitatie

Uit de 3e begrotingswijziging 2017 zijn de volgende mutaties opgenomen (+ = nadeel, - = voordeel):

Productgroep

Maatregel

2018

2019

2020

2021

Algemene baten en lasten

RZG Grondbank

70

64

40

40

Algemene baten en lasten

Loonkostenontwikkeling 2017

-300

-300

-300

-300

Algemene baten en lasten

Loonkostenontwikkeling 2018

-412

-405

-404

-404

Algemene baten en lasten

Meicirculaire

286

497

621

648

Algemene baten en lasten

Septembercirculaire

11

9

9

9

Totaal PG Algemene baten en lasten

-344

-135

-34

-7

Algemene uitkering

Meicirculaire

-3.099

-3.426

-3.772

-4.019

Algemene uitkering

Septembercirculaire

-313

-25

-104

-50

Totaal PG algemene uitkering

-3.412

-3.451

-3.876

-4.070

Lokale heffingen

Lastenverlichting (OZB)

1.000

1.000

1.000

1.000

Lokale heffingen

Meicirculaire

41

48

66

91

Totaal PG Lokale heffingen

1.041

1.048

1.066

1.091

Financieringsfunctie

Financieringsfunctie

-339

-362

-115

208

Financieringsfunctie

Rente op achterstallige betalingen

-20

-20

-20

-20

Totaal PG financieringsfunctie

-359

-382

-135

188

Overige verschillen

De verschillen binnen de productgroep Saldo financieringsfunctie kunnen nader worden verklaard als volgt.

Als gevolg van de wijzigingen in het BBV is met ingang van 2017 de boekingssystematiek gewijzigd. Opbrengsten die tot en met 2016 werden verantwoord onder de baten, worden vanaf 2017 verantwoord als 'negatieve' last. Daarnaast komt ten opzichte van 2016 het saldo van lasten en baten binnen het saldo financieringsfunctie in 2017 € 2.630.000 lager c.q. nadeliger uit. Dit wordt met name veroorzaakt doordat minder rente mag worden toegerekend aan grondexploitaties en investeringen.

De afwijkingen tussen de begroting 2017 en de begroting 2018 laten zich op hoofdlijnen als volgt verklaren.

Lasten
Lagere betaalde rente op opgenomen geldleningen als gevolg van lage rente een en lager investeringsniveau per ultimo 2016: € 800.000. Hogere toerekening van rente van na 1 januari 2017 te plegen investeringen € 500.000.

Baten
De baten 2017 worden incidenteel in voordelige zin beïnvloed door een eenmalige boekwinst op verkochte obligaties ING.

De verschillen tussen de opvolgende jaren binnen de productgroep Algemene baten en lasten worden hierna toegelicht.

 

Algemene baten en lasten


De algemene baten en lasten bestaan uit posten voor:

  1. onvoorzien
  2. stelposten
  3. organisatieontwikkelingen

1. Onvoorzien
Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Er zijn geen voorschriften, of normen, over de omvang hiervan. Het is aan de raad om aan te geven welke omvang zij nodig acht. De raming voor 2018 bedraagt € 151.000. Dit is het totaalbedrag dat beschikbaar is voor alle programma's tezamen. Gebruik ervan is alleen onder voorwaarden toegestaan.

2. Stelposten
In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de belangrijkste stelposten die in het meerjarenperspectief zijn opgenomen. Een positief bedrag betekent nog te bestemmen. Een negatief bedrag betekent een nog te realiseren bezuiniging c.q. taakstelling.

Bedragen * € 1.000

2018

2019

2020

2021

Stelpost loon- en prijscompensatie

46

1.631

3.141

4.768

Stelpost taakmutaties algemene uitkering

186

184

228

441

Stelpost uitbreiding Westergouwe

307

324

251

297

Totaal

539

2.139

3.620

5.506

Stelposten loon- en prijscompensatie
De inkomsten uit het gemeentefonds worden weergegeven in zogenaamde lopende prijzen. Dat betekent dat de verwachte toekomstige cumulatieve loon- en prijsstijgingen in de bedragen zijn verwerkt. De loon- en prijsgevoelige budgetten in de Goudse begroting worden elk jaar verhoogd met de inflatie van de algemene uitkering (pBBP) conform de cijfers uit de meicirculaire. Voor 2018 gaat het om 1,4%; zie ook het onderdeel Grondslagen in het hoofdstuk Financiële begroting.

Stelpost taakmutaties algemene uitkering
De taakmutaties die genoemd worden in circulaires van het gemeentefonds worden in afwachting van nadere inhoudelijke en financiële onderbouwing geraamd op een afzonderlijke post in de begroting. Voor 2018 en verder moeten onder andere een verhoging van de integratieuitkering Wmo (oplopend van € 175.000 in 2018 naar € 432.000 in 2021) en middelen in verband met de invoering van de wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang nog worden bestemd.

Stelpost uitbreiding Westergouwe

Een van de uitgangspunten voor de uitbreiding van Westergouwe is budgetneutraliteit ten aanzien van de gemeentelijke voorzieningen. De lasten van deze voorzieningen die te worden gedekt ten laste van de toename van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en van de OZB als gevolg van de nieuwbouw in Westergouwe.

3. Organisatieontwikkelingen

Dit betreft de kosten van reeds in gang gezette en toekomstige organisatieontwikkelingen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten van bovenformatief personeel en kosten die verband houden met het uitplaatsen van gemeentelijke taken. Deze kosten worden gedekt uit de reserve organisatieontwikkeling. Jaarlijks wordt hiervoor € 500.000 begroot.

Algemene uitkering

De raming van de algemene uitkering voor 2018 en volgende jaren is gebaseerd op de circulaire gemeentefonds van september 2017.

Dividenden en gemeentegaranties

Geraamd worden de kapitaallasten (rentelasten) voor deelnemingen in het aandelenkapitaal van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Cyclus N.V. en Oasen. De baten bestaan uit dividend op de aandelen BNG en Cyclus. Oasen keert geen dividend uit. Naast dividend worden op deze posten ook eventuele beleggingsresultaten verantwoord.

Lokale heffingen

Aan de lastenkant worden de kosten geraamd voor het kunnen innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling bezwaarschriften etc. van de gemeentelijke belastingen. Tevens is rekening gehouden met de kosten van de uitvoering van de wet WOZ. Deze wet draagt de gemeente op om jaarlijks de waarderingsgrondslagen van alle onroerende zaken in de gemeente vast te stellen en om taxaties van nieuwe objecten of hertaxaties te plegen. Aan de batenkant worden de opbrengsten geraamd van de gemeentelijke belastingen die geen directe relatie hebben met een gemeentelijke taak. De besteding is dus niet geoormerkt voor kosten van die producten. Voorbeelden daarvan zijn de onroerende zaakbelasting, de hondenbelasting en de precariobelasting. De riool- en reinigingsheffing horen niet in deze categorie en worden daarom in de betreffende programma's verantwoord.

Saldo financieringsfunctie

Het saldo van de financieringsfunctie is een begrip uit het BBV, dat het saldo weergeeft tussen enerzijds:

  • de betaalde rente (last) over de aangegane langlopende leningen en over de aangetrokken kortlopende middelen zoals kasgeld en middelen in rekening courant en
  • de ontvangen rente (baten) over de uitzettingen, zoals deposito’s, verstrekte langlopende leningen en beleggingen.

en anderzijds de rente die wordt doorberekend aan de producten, de investeringen en de grondexploitaties. Het saldo wordt ook wel renteresultaat genoemd.

Binnen deze productgroep zijn ook de kapitaallasten van geactiveerde betaalde boeterenten (als gevolg van vervroegde aflossingen op geldleningen, die tegen profijtelijker voorwaarden zijn geherfinancierd) en ontvangen rente met betrekking tot het verstrekte financieringsarrangement Westergouwe en de financiering van het Bedrijvenschap Regio Gouda meegenomen.